Een huys ende hoffstadt met graven ende cingelgraven, tot Bemmel gelegen, ende den wind van der meulen tot Bemmel, tot eenen Zutphenschen leen ontfangen bij
Johan van Ambe, a°. 1403.
Johan van Aem, a°. 1424.
Jacob van Aem, a°. 1427. Hier staet: met eenen hove voor den huse.
Yda van Aemb, huysfrou Dirx van Monster, a°. 1465.
Gosen van Bemmel, greve van Dornick, ontfangt dit voor een versuymt leen, naemlick met den huse ende eener hoeven voor denselven huse gelegen, met den wind ende windmeulen aldaer, met der kerekgiften ende die vicarie tot Bemmel gelegen, met thinse, roeckhoener ende met allen sijnen tobehoren, 3 Februarii 1484.
Dirck van Munster Dirckssoon, erve sijner moder Yda van Aemb, beleent uut gratie als met een versuymt leen, a°. 1501. Hertog Carl na der beleninge belooft Dircken voorn, dit te waren ende vrijen tegen Goossen van Bemmel ende sijnen erven, eodem die. Mechtelt Prick, weduwe Dircks van Munster, ontfengt dit tot behoeff heurer kinder, noch onmundich, a°. 1519.
Joachim van Munster, Dirx altste soon, eedt gedaen, 11 Junii 1526.
Mechtelt Prick, huysfrou Johan van Hornums genant Schram, erve bares soons Joachims voorn., 31 Julii 1535.
Eadem eedt vernijt, 25 Octobris 1538.
Yda van Munster, huysfrou Arents van Boickholt Arentssoon, erve harer moder Mechtelt voorn., 3 Julii 1556.
Arnt van Boicholt Arntssoon ontfengt dit bij transport Dircks van Diepenbroeck, 24 Martii 1561.
Yda van Munster 1) erve hares soons Arnts voorn., transporteert dit op Arent van Randwijck, harer dochter zal. Mechtelt van Boicholts oltsten soon, 6 Augusti 1593.
Rutger van Randwick, erve sijnnes vaders Arnolts, beleent, den 6 Septemb. 1641.
Alarda Pieck, huysfrouw Johans van Weelderen, beleent met den derden voet van dit leen, haer angecommen door doode van haer eenige dochter Mechtelt Walborch van Randtwick, geprocreert bij Arnolt van Randtwick, tot een besonder leen, den 23 Decemb. 1642.
Rutger van Randtwick, ritmeester, laet seecker scheydingo tussen hem ende vrouwe Alarda Pieck, sijns vaders tweede huysfrouw, approberen, den 17 Meert 1643.
Idem tucht sijn huysfrouw Maria Turck haer leven lang, den 2 Augusti 1645.
Rutger van Rantwic, erve sijnnes vaders Rutgers, beleent, den 28 Januarij 1647.
Maria Turck, weduwe Rantwick, als erve van oer soon Rutger, soo ten respecte van de successie als tucht, heieent, den 29 Mey 1647.
Bartolt van Gent, heere tot Loenen ende Meynerswick, als leenvolger de naeste van sijnnen neve Rutger van Rantwick, de moeder de tucht voorbehouden, beleent, den 17 Augusti 1647.
Willem van Til, drost des lants van Valkenborch 2). laet de houwelixe vurwarden tussen Rutger van Rantwick ende joffer Maria Turck approberen, den 18 Augusti 1648.
Idem beleent naer voorgaende nieuwe approbatie van de houwelixe vurwarden tussen Rutger van Rantwick ende joffer Maria Turck, den 25 November 1648.
Bartolt van Gent ende Willem Tomas Quaed, vrijheere tot Wickraet, ende vrouwe Maria Turck 3) laten het accoort tusse haer ingegaen approberen, den 30 Mey 1649.
Idem bij opdracht van Willem Tomas Quaed ende vrouwe Maria Turck beleent, den 30 Mey 1649.
Cornelis van Gent, heere tot Loenen, erve sijnes vaders Bartolts, beleent, den 29 Octob. 1651.
Idem draegt dit leen op aen Armory de Hallart, Capteyn Luytenant, den 28 Martii 1663.
Elisabeth Leeuwens, wed. van Bertram van Eck van Panthaleon, beleent uyt cracht van coop bij publijcke subhastatie, den 25 Augusti 1681.”
Eadem laet haer besloten dispositie approberen, den 7 Januarij 1683.
Eadem laet haere naerdere dispositie approberen, den 4 Septemb. 1684.
De kinderen van Barthram van Eck van Panthaleon ende vrouwe Elisabeth Leeuwens beleent als erfgenaemen haeres moeders, den 19 Junij 1689. Te weten met de wint ende meulen tot Bemmel, sijnde het ander gedeelte getransporteert aen de borgermeester Cuper.
Bartram van Ek van Pantaleon, onmundig, erfgenaem sijns vaders Diderik, beleent, 22 Novemb. 1712.
Idem, meerderjarig, doet self eed, 20 Jan. 1720.
Frederik Wilhem van Diest laet approberen de huwelijxvoorwaerden, den gen Mey 1706 opgerigt tussen Diderik van Ek van Pantaleon en Elisabet van Diest, egtelieden, 20 Septemb. 1721.
Gerhard Wilhem van Ek van Pantaleon laet approberen het maeggescheid den 31 Jan. 1697 opgerigt tusschen de erfgenamen sijns moeders Elisabet Leeuwens, wed. van Bartram van Ek van Pantaleon, 24 Octob. 1722. Idem, erfgenaem sijns moeders, beleent, eodem die.
Frederik Wilhem van Ek van Pantaleon, onmundig, erfgenaem sijns broeders Bartram, beleent door sijn grootvader Frederik Wilhem van Diest, 26 October 1722. Gerhard Wilhem van Eek van Panthaleon laat registreren een declaratoir contra de beleninge door Fredrik Wilhem van Eck van Panthaleon den 26 October 1722 geimpetreert, 8 Januarij 1749.
Walraven van Balveren, testamentaire erfgenaam sijns ooms Gerhard Wilhelm van Eck van Panthaleon 4), beleend, 21 April 1751.
Gerrit Willem van Balveren, erfgenaam van sijn oom Walraven, beleend, 4 November 1776.
1) In de akte weduwe genoemd.
2) Als man van vrouwe Anna van Randtwick (Leenakte).
3) Nu vrouw van Quaed (Leenakte).
4) In de akte wordt ook nog genoemd zijn zuster Antoinetta Elisabeth, douariere Jan Walraven van Balveren.