In 1992 zijn op het eiland Malta de Europese ministers van cultuur bijeen geweest om te praten over het archeologisch erfgoed. In heel Europa wordt zoveel gebouwd (snelwegen, spoorlijnen, woonwijken, industrieterreinen, natuurontwikkeling etc.) dat er over enkele tientallen jaren geen bodemarchief meer over is en er voor nieuwe generaties archeologen niets meer te onderzoeken valt. Daarom hebben ze afspraken gemaakt die zijn opgetekend in een verdrag, het Verdrag van Valletta (Malta).
Uitgangspunt van dit verdrag is het archeologisch erfgoed waar mogelijk te behouden: bij het ontwikkelen van ruimtelijk beleid moet het archeologisch belang, beter nog het cultuurhistorisch belang, vanaf het begin meewegen. Dus zo gauw er voor een locatie een ontwikkeling wordt gestart moet er worden gekeken of er een archeologisch belang in het geding is. De onderzoekskosten zijn voor degene die van plan is een bodemverstorende activiteit uit te voeren, de ‘veroorzaker’. Deze initiatiefnemer zal voor de kosten van het archeologisch vooronderzoek en verslaglegging opdraaien. Ook de kosten voor planaanpassing of opgraving, inclusief de uitwerking, komen eveneens ten laste van de veroorzaker.
In oktober 2003 is een voorstel voor de wijziging van de Monumentenwet 1988 en enkele andere wetten naar de Tweede Kamer gestuurd. In april 2006 werd het wetsvoorstel door de Tweede Kamer goedgekeurd en in december 2006 volgde de Eerste Kamer. Op 21 december 2006 is daarmee de Wet op de archeologische monumentenzorg een feit geworden.
In de afgelopen jaren en tot het moment dat de wet van kracht is, wordt er vooruitlopend op deze nieuwe wetgeving al gewerkt ‘in de geest van Malta’, dat wil zeggen gemeenten en particuliere bedrijven laten al archeologisch vooronderzoek uitvoeren en verrekenen dat met de plankosten van het desbetreffende project.
Met de Nederlandse Spoorwegen en Rijkswaterstaat zijn eveneens dergelijke afspraken gemaakt door de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB) in het kader van de aanleg van de Betuwelijn, de Maaswerken en nieuwe snelwegen. Zo heeft ook de (voormalige) gemeente Bemmel al verschillende bouwlocaties vooraf op de aanwezigheid van archeologische waarden voor eigen rekening laten onderzoeken, zoals Klein Rome, Klaverkamp en de Essenpas. In de afgelopen jaren hebben we hier in het kringblad regelmatig bij stilgestaan.